Geïnspireerd op de geschiedenis van haar Joodse familie schreef Ariëlla Kornmehl het verhaal van de ondergedoken Jet en Misha. Uit hun aangrijpende geschiedenis blijkt dat voor sommige mensen de oorlog pas na 1945 begon.
'Toen mijn grootmoeder overleed, dacht ik: nu zien wij de laats...
Meer
Geïnspireerd op de geschiedenis van haar Joodse familie schreef Ariëlla Kornmehl het verhaal van de ondergedoken Jet en Misha. Uit hun aangrijpende geschiedenis blijkt dat voor sommige mensen de oorlog pas na 1945 begon.
'Toen mijn grootmoeder overleed, dacht ik: nu zien wij de laatste overlevenden, de laatste vertellers uitsterven. Een diepe noodzaak drong zich aan mij op om iets van haar oorlogservaring op te schrijven.'
Wanneer tijdens de Tweede Wereldoorlog steeds meer verhalen de ronde beginnen te doen van opgepakte en gedeporteerde Joden in Amsterdam besluiten Sal Plessner en zijn vrouw hun huis uit voorzorg te verlaten. Hun dochter Jet sturen ze naar een vriend in Haarlem, om onder te duiken en rustiger tijden af te wachten. Als klein kind hoorde Ariëlla Kornmehl de verhalen van haar grootmoeder, die als meisje na de oorlog naar het Centraal Station van Amsterdam ging op zoek naar terugkomende familieleden. Maar niemand kwam terug. Wanneer Kornmehl later zelf op dat station kwam, werd ook zij altijd door een gevoel van groot verlies overvallen.
Ze besefte dat het verleden een onuitwisbare indruk achterlaat. Mensen die elkaar moesten verlaten in de oorlog, kwamen lang niet altijd weer terug bij elkaar.
Wat ik moest verzwijgen onderzoekt hoe het voor een moeder geweest moet zijn om je eigen kind op te geven om zelf te kunnen overleven. En wat kwam er van de kinderen terecht die gedwongen achtergelaten werden? Hoe leefbaar is het leven als je je achtergrond amper kent, of sterker nog, als je die kent maar je ervoor schaamt?
Geïnspireerd door de verhalen van een vorige generatie schreef Ariëlla Kornmehl een roman over schuld, over bescherming, en over liefde die niet geuit kan worden.