Lili is bijna twintig wanneer ze Frankrijk definitief achter zich laat om te gaan vissen in Alaska. Een wens die ze al tijden koestert. Als zij op het eiland Kodiak arriveert, heeft ze alleen een kleine legertas bij zich.
In Kodiak werken de bewoners in de visfabriek of op de scheepswerf,... Meer
Lili is bijna twintig wanneer ze Frankrijk definitief achter zich laat om te gaan vissen in Alaska. Een wens die ze al tijden koestert. Als zij op het eiland Kodiak arriveert, heeft ze alleen een kleine legertas bij zich.
In Kodiak werken de bewoners in de visfabriek of op de scheepswerf, in de supermarkt, in de twee motels of de diverse kroegen. Niemand is hier normaal. De vissers zijn stuk voor stuk eenzame mannen zonder thuis, dropouts, oorlogsveteranen die hun verleden ontvluchten. En bijna iedereen is aan de alcohol.
Lili leeft voornamelijk op popcorn, slaapt in oude afgedankte auto's en probeert werk te vinden op een van de schepen. Met haar totale gebrek aan ervaring, haar kleine, tengere postuur en zachte fluisterstem lijkt ze niet bepaald geschikt voor het zware leven op een vissersboot. Maar volhardend als ze is, mag ze op een dag toch mee op een longliner om kabeljauw te vangen. Als vrouw tussen mannen met messen en in overalls vol bloedspatten, moet ze bewijzen minstens zo goed te zijn als de anderen, en liefst nog beter. En dat doet ze.
Na een tijdje willen bijna alle vissers met haar trouwen. Met een van hen, een zwijgzame beer van een vent, krijgt zij een korte relatie. Maar ze wil vooral blijven rondzwerven. Buiten zijn. En vissen.
In Open zee doet Catherine Poulain in een betoverend precieze taal verslag van een rauwe, oorspronkelijke en onbekende wereld, bevolkt door eenzame zielen, die permanent geconfronteerd worden met de elementen. Poulain laat ons geboeid en gefascineerd achter, kijkend naar een wereld en een schepping, die naar andere wetten blijkt te luisteren dan die van ons.
'Er is in de literatuur niets vergelijkbaars te vinden' (Le Figaro).