In Kopzorg vertelt een Surinaamse man over zijn vader, Nelis, die zich een slag in de rondte werkt om zijn gezin te eten te kunnen geven. Het boek speelt halverwege de twintigste eeuw, en hoewel de slavernij allang is afgeschaft zijn de sporen van de plantagecultuur nog duidelijk aanwezi... Meer
In Kopzorg vertelt een Surinaamse man over zijn vader, Nelis, die zich een slag in de rondte werkt om zijn gezin te eten te kunnen geven. Het boek speelt halverwege de twintigste eeuw, en hoewel de slavernij allang is afgeschaft zijn de sporen van de plantagecultuur nog duidelijk aanwezig. Nelis is plichtsgetrouw en een man met idealen. En hij draagt zijn jongste zoon op handen. Maar de hechte band tussen de twee gaat langzaamaan kapot. De zoon probeert de teloorgang van zijn vader te begrijpen. Is Nelis’ gebrek aan zelfvertrouwen en zelfrespect te verklaren uit de langjarige onderdrukking van zijn voorvaderen? Of spelen er ook andere factoren een rol?