De zee van Kamtsjatka ziet eruit alsof ze hen opwacht en zegt: wat een lef dat jullie tot hier zijn gekomen. De golven belagen hen als uitgehongerde leeuwen. Het schip is nog zwakker dan een konijn. Door de wind zien de sneeuwvlagen eruit als een grote, witte vlag die over het hele hemeloppervlak... Meer
De zee van Kamtsjatka ziet eruit alsof ze hen opwacht en zegt: wat een lef dat jullie tot hier zijn gekomen. De golven belagen hen als uitgehongerde leeuwen. Het schip is nog zwakker dan een konijn. Door de wind zien de sneeuwvlagen eruit als een grote, witte vlag die over het hele hemeloppervlak wappert. Daar, op die bulderende zee tussen de Sovjet-Unie en Japan, werken de zeelieden van het krabbenschip vijf maanden achtereen. Slaap krijgen ze nauwelijks. Beriberi ligt op de loer. Opzichter Asakawa zweept de zeelieden op harder te werken. Hij leert ze ongemak en pijn te verdragen en elke korrel rijst te koesteren – wie zeurt over eten wordt immers nooit een groot mens. Maar als de omstandigheden zo ijzingwekkend worden dat er levens op het spel komen te staan, beginnen de vissers zich tegen deze kapitalistische uitbuiting te verenigen. Revolutie!