Na haar huwelijksreis langs de Franse kust lacht het leven Virginia Wyndham toe. Haar Nederlandse man neemt haar mee naar huis, naar de Drentse veengronden, een wereld die haar langzaam opslokt. Zestig jaar later wordt ze een icoon op de T-shirts van een vakantieresort.
Étretat, 1924. In ... Meer
Na haar huwelijksreis langs de Franse kust lacht het leven Virginia Wyndham toe. Haar Nederlandse man neemt haar mee naar huis, naar de Drentse veengronden, een wereld die haar langzaam opslokt. Zestig jaar later wordt ze een icoon op de T-shirts van een vakantieresort.
Étretat, 1924. In een chic hotel aan de Franse kust probeert Roeland Te Wolde de maîtres d'hôtel te spreken, maar krijgt geen voet tussen de deur. Zijn jonge bruid Virginia grijpt in en sleept direct een grote bestelling rieten meubilair binnen voor zijn familiebedrijf. Ze zullen trots op haar zijn, denkt Roeland. Er lijkt een glorieuze toekomst voor zijn Britse echtgenote weggelegd in zijn geboortedorp. Maar Werwolda, het dorp van rietvlechters bij het Drentse Boschoord, is heel anders dan zij zich heeft voorgesteld.
Het moment dat ze uit zijn Minerva stapt, haar schoenen zich vastzuigen in een modderpoel en ze door de nevel haar nieuwe thuis ontwaart, is een schok. Het is grauw en sober, een haag van kinderen in allemaal dezelfde kleren staan om haar heen. Maar ze zou niet Virginia Wyndham zijn, als ze niet vanaf het moment dat ze het weeshuis ontdekt, en het bordeel, 'waar de nieuwe rietvlechters gemaakt worden', eigenhandig probeert de moderne tijd te introduceren - al betaalt ze daar een hoge prijs voor.
Kan je anno 2015 zo'n archaïsch, geheimzinnig verhaal gebruiken om in het riet van Werwolda een vakantieresort te verkopen? Marijn Onderland, medewerkster van het toekomstige bungalowpark, onderzoekt de geschiedenis van het afgelegen gebied bij Boschoord. Zij stuit op de levensloop van Virginia Wyndham, de buitenstaander, wier entree de ondergang van een samenleving inluidde.
In adembenemende scènes laat Mariëtte Haveman verdwenen tijden en afgelegen streken tot leven komen. Ze confronteert ons in Het huis achter de wilgen met de vraag waarom we geneigd zijn de beelden die we van de geschiedenis hebben naar onze hand te zetten.