Allan is elf, en hij weet precies wat je moet doen als anderen in de rouw zijn. Samen met zijn vader loopt hij zoveel mogelijk begrafenissen in het dorp af. De spontane grafredes van zijn vader bewegen de nabestaanden tot tranen, vooral als Allan naast hem gaat staan en zijn weemoedigste gezicht ... Meer
Allan is elf, en hij weet precies wat je moet doen als anderen in de rouw zijn. Samen met zijn vader loopt hij zoveel mogelijk begrafenissen in het dorp af. De spontane grafredes van zijn vader bewegen de nabestaanden tot tranen, vooral als Allan naast hem gaat staan en zijn weemoedigste gezicht trekt. En omdat een goede grafrede tevens de omzet in de kruidenierszaak van zijn ouders verhoogt, is Allans logica glashelder: de een zijn dood is de ander zijn brood.
Maar nog belangrijker voor hem is harmonie, het bijeenhouden van het gezin, dat zwaar te lijden heeft onder de 'zwakke zenuwen' van de vader - vooral sinds diens veertienjarige dochter 's nachts niet langer bij hem op de bank komt liggen.
Doordat De kunst om in koor te huilen wordt verteld vanuit het perspectief van een elfjarige, ontstaat een bizar verschil tussen de naïef verwoorde waarnemingen van de jongen en de barre werkelijkheid daarachter. In deze roman vol zwarte humor, tragiek en medemenselijkheid schildert Erling Jepsen haarfijn het leven in een Zuid-Juts dorp in de jaren zestig, een kleine gemeenschap waarin iedereen alles van elkaar weet, maar waar niemand ingrijpt als er iets misgaat.
De kunst om in koor te huilen was niet alleen een groot succes bij de Deense lezers en de pers, maar werd bovendien bewerkt tot de gelijknamige film, die inmiddels genomineerd is voor een Oscar.