Lisa Fittko, geboren Elizabeth Eckstein (Oezjhorod, Oostenrijk-Hongarije, 1909 - Chicago, 2005) kwam uit een Duitssprekend Joods gezin. Ze bracht haar jeugd door in Wenen en in Berlijn. Als toegewijde antinazi moest ze als jonge student in 1933 vluchten. In Praag ontmoette ze Hans Fittko, een Duitse journalist, met wie ze trouwde. Na korte perioden in Zwitserland en Nederland arriveerde het paar in 1939 in Parijs. Op 15 mei 1940 werd Lisa
Fittko opgepakt en als ‘ongewenste buitenlander’ naar het beruchte vrouwenkamp van Gurs (Pyreneeën) gestuurd, waar zij haar vriendin Hannah Arendt kon helpen. Ze ontsnapte uit Gurs, ging naar Marseille, vluchtte in 1942 op een kolenschip naar Cuba en had geluk: in 1948 kreeg zij een visum voor de Verenigde Staten.