Albert Vigoleis Thelen (1903-1989) behoort tot de meest wonderbaarlijke en bewonderde Duitse auteurs. Zijn kleine oeuvre, waaronder het magistrale debuut Het eiland van het tweede gezicht uit 1953, is geliefd vanwege de rijke, inventieve en barokke taal. Thelen studeerde Kunstgeschiedenis en Duitse en Nederlandse Taalkunde. In 1932 verliet hij Duitsland. Na zijn zelf verkozen ballingschap in Spanje, Frankrijk en Portugal woonde hij tot 1957 in Amsterdam. Hier schreef hij zijn tweede roman, De zwarte heer Bazetub.
Beide romans behoren inmiddels tot de grote meesterwerken van de wereldliteratuur. Thomas Mann feliciteerde Thelen persoonlijk met het ontvangen van de
Fontane-Preis (1954). Günter Grass, zelf een groot taalkunstenaar, noemde Thelens romans tegenover uitgever Christoph Buchwald (die Thelen persoonlijk kende en met hem aan de Duitse heruitgaven heeft gewerkt) ‘dé grootste barokke schelmenromans van de twintigste eeuw’.
Ook Nederland kent een grote groep Thelen-bewonderaars. Eén van de vurigsten is Maarten ’t Hart, en er bestaat zelfs een Nederlands Thelen Genootschap. Dit genootschap heeft met een crowdfundactie deze uitgave mede mogelijk gemaakt. Dankzij het werk van Wil Boesten, geprezen voor zijn ingenieuze vertaling van Het eiland van het tweede gezicht, is De zwarte heer Bazetub nu eindelijk in een vertaling te lezen die het origineel evenaart.